Dyslexie is een taalverwerkingsprobleem en dit heeft men door hersenonderzoek trachten aan te tonen. Neurologen zoals Geschwind en Galaburda hebben de hersenen van overleden dyslectici onderzocht en vonden kleine anatomische afwijkingen in de taalcentra. Men zag dus dat de anatomische bouw van de hersenen (de temporaalkwabben of het planum temporale) bij dyslectici verschillend was van de niet-dyslectici. Met name, dat er een symmetrie tussen beide hersenstructuren was, terwijl dat normaal gezien in de meeste gevallen ( 70%) niet zo is.

Bij het merendeel van de bevolking is het linker planum temporale groter dan rechts ( Geschwind, Weinberger). Wanneer er echter sprake is van een symmetrie tussen beide hersenhelften dan is het zo dat hoe groter de symmetrie is, des te groter de stoornis in het fonematisch bewustzijn zal zijn.

De medische beeldvorming ( PET-scan, functionele MRI,…) bevestigen de verminderde activiteit in het taalcentrum en de kleine stucturele afwijkingen ( ectopieen en dysplasieen ). Er werd een verminderde links-dominante asymmetrie in de hersendoorbloeding gevonden tijdens het lezen.

Adelaarsstraat 13/b002, 9051 Sint-Denijs-Westrem / tel.: 0476/827525 / e-mail: info@ecdyslexie.be