Er zou sprake zijn van een aantasting van het 'magnocellulaire' visuele systeem. Dit systeem reageert snel op visuele informatie en is vooral gevoelig voor grotere contouren, ruimtelijke diepte, en beweging. Er zijn structurele afwijkingen aan te tonen in het magnocellulaire systeem bij dyslectici. Ook op grond van ERP-onderzoeken zijn er aanwijzingen gevonden. Het magnocellulair systeem is belangrijk voor ruimtelijke (visuospatiele) waarneming. Een aantasting van dit systeem zou kunnen verklaren waarom dyslectici bij het lezen dikwijls links-rechtsverwarringen vertonen (bvb. b/d/p/q, ie/ei, eu/ue,…).

De vraag of er een visuele stoornis ten grondslag ligt aan dyslexie staat nog steeds te discussie. Het is bijvoorbeeld de vraag of er subgroepen dyslectici met fonologische en visuele stoornissen te onderscheiden zijn, of dat beide stoornissen bij dezelfde personen optreden. Het laatste wordt gesuggereerd door fMRI-onderzoek van Eden e.a. (1996). Deze auteurs onderzochten een groep dyslectici met fonologische problemen. Het visuele gebied dat gespecialiseerd is in het waarnemen van beweging behoort in belangrijke mate tot het magnocellulaire systeem. Bij stimulatie met bewegende stimuli werd, zoals verwacht, bij controlepersonen een toename gevonden van de doorbloeding in dit gebied. Bij de dyslectici werd dit gebied echter niet actief; dit is een duidelijke aanwijzing voor een magnocellulaire afwijking. Een veronderstelling is nu dat er een algemene stoornis aan de grondslag ligt van dyslexie, namelijk een probleem met het verwerken van snelle temporele informatie, zowel in het auditieve als het visuele domein.